50
«Wouterriep Lily in de grootste, pijnlijkste ver
warring uit en sloeg de handen voor haar gloeiend
gezichtje.
«Mijn GodLily Het was een uitroep van duizelend
geluk en in de omhoog-siddering van de groote,
vlammende liefde drukte hij het meisje hartstochtelijk
aan zijn borst.
Lilymijn lief, lief meisje!"
En in hoog-reine verrukking gaven zij elkaar den
eersten liefdeskus.
Lilyhet is dan toch waar, heerlijk waar, dat je
mij kunt liefhebben?"
«Ja Wouter," klonk het even hoorbaar, terwijl zij
haar vochtige oogen naar hem opsloeg en hij haar inniger
nog in zijn armen hield, «ik heb je lief, zielslief!"
Een jaar ging voorbij. Het schoone doel was bereikt,
het schoonste, waarnaar een jong en frisch mannen
hart, dat liefheeft, kan smachten. Hij was officieren
binnen kort zou Lily voor goed en geheel de zijne
wezenWat klopte het hart onstuimig in de
machtig zwellende borstEr bloeide een berstend ont
luiken van onoverwinnelijke kracht in hem. Het was
of een pantser groeide om zijn boezemwaarmee hij
de toekomst verbrijzelend zou te gemoet gaan. Een
wild-bruischende branding stuimde in zijn wezen en hij
voelde zich, alsof hij het leven zou dóórtrekken in één
immer durenden stormaanloophet vaandel der eer in
de linker, het zwaard der overwinning in de rechter.
Hoog-trotsch straalde zijn ziel uit die oogen, zijn ziel,
die in zich gebaard had een kracht van schitterend