58 piquant, vroolijk, femme bohémienne, passievol en mooi 't Werd laat, dien Kerstnacht, we hadden gezellig gesoupeerd en ons dol geamuseerd met de vier excentrieke wezentjes van louter luchtigheid en pret. Weer hadden ze haar Engelsche liedjes gezongen, de eene hand met, 't fonkelend wijnglas coquet opge heven, de bovenlijven iets naar voren, de oogen lachend in het gepoeierd gezicht. 't Was laat geworden en langzaam een sigaret inzuigend en gedachteloos uitblazend in dunnen rook, ging ik voor het raam staan. De kerstnacht lag nog in blanke wijding over de de wit-bevlokte aardewaarboven de sterren twinkelden in de hooge, ijle lucht I'm already an old one De kleine wist beter, ze was nog lang geen oudje, nog lang niet afgeleefd. En toch, 't klonk zoo treurig-weemoedig: »Ah, I'm 'n old one, but when I see this little, red remem brance of the Christmas of my youth, I often grow sorry Wat had die kleine ziel van vroolijkheid en klater goud beroerd gedurende die eene enkele minuut van remembrance Was het het kleine, donkere huisje, ergens in 't groote Londen, lang, lang geleden, met de groenbehulste plumpudding en de vroolijkeoude gezichtenal half vergeten in den woesten roes van het tooneelleven, die die luchtige ziel terugtrokken op een mooien Kerstnacht naar the lost youth?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1907 | | pagina 258