81 keurig met z'n wandelstok een eentonige marscli op de keien tikkend. »En je hebt dat allemaal geloofd?" »Ja, ik moest wel. Zie je, Annie is wel gemeen, maar ze zal er niet om liegen. En ik kon 't van iedereen wel hooren, zei ze." Toen zwegen ze beiden. Och, 't kon ook bijna niet anders. Nu hij eindelijk een kindje vonddat beter was als 't heele zoodje bij elkaar, ging dat zoodje aan 't pruttelen. Ze gunden hem dat onschuldige ding niet. Want, of 't werkelijk een goedgemeende waarschuwing was, betwijfelde hij sterk. En dan, hadden ze au fond geen gelijk? Want wat wou hij van haar, wat had hij met haar voor? Hij floot zachtjes tusschen z'n tanden, een scherp zenuwachtig gesis. 'n Tijdpasseering? Nee, toch niet, 't was werkelijk wel iets anders, iets beters. 'n Flirt? Hm, daar had hij genoeg anderen voor. Verliefdheid dan Liefde Hij glimlachte evenkeek haar van terzijde aan. Liefde was heel anders, liefde zocht en vroeg meer! Verteedering misschien Dat konhoewel. och maar waarom zou hij er z'n hoofd mee breken? 't Beste was stilletjes, heel kalm mee te sleuren tot het einde. Hij richte z'n hoofd weer op. »En dus, Cato?" »Ja, en dus!" Haar lippen bewogen zenuwachtig. »Wou je het uitmaken?". Even knikte ze ja. Toen zwegen beiden weer. Bij een lantaarnpaal stond hij stil. 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1907 | | pagina 281