8^
fttloor nou eens Cato! Dat je 't uit wil maken,
goed, maar dan dien je me de reden te zeggen, waarom
je zoo doen wilt. Is 't alleenomdat je moeielijkheden
met de ouwe lui vreest? Ben je bang, dat we nog
eens gesnapt worden? Is dat 't alleen?"
Weer knikte ze even van ja.
Waarachtig Cato, is dat alles? Niet dat andere?
Want, wat je zuster je verteld heeft, is waar. Vroeger
heb ik gescharreld met al die anderen, maar toch,
gemeene handelingen met ze heb ik me bijna niet te
verwijten. En dan, ik geloof, dat je me toch ook niet
als zoo'n schoft hebt leeren kennen. Ze denken heusch
dat ik gemeener benals inderdaad het geval is.
En daarom, als je alleen bang bent voor je ouders,
dan vind 'k het beter, om niet alles in eens uit te
maken. Tenzij je natuurlijk niets om me geeft en blij
bent me op zoo'n geschikte manier kwijt te raken.
Geef je een beetje om me, Cato?"
Er zong iets smeekends, iets weeks in z'n stem.
Ze keek voor zich. Toen »'k Weet niet".
Hij keek haar nog even aaner lichtte een glimlach
in z'n oogen en zachtkens sloeg hij z'n arm om haar
heen.
j>Cato
Ze keek hem aan.
»Geef je niks om me?"
Weer wendde ze haar oogen af.
»Cato, durf je Maandagavond nog een afspraakje te
maken? We zullen 't voorzichtig aanleggen, zoodat
ze ons niet snappen. Durf je? Ja?"
»'k Weet niet!"
Hij drukte haar vast tegen zich aan.