van 't geluk duren niet lang. Die zijn als de regen boog. Schitterend, maar onvatbaar voor 't leven. En dan Ja, eens zou 't natuurlijk uitraken. Hij kon baar toch niet trouwenheel ceremonieel ten huwelijk vragen aan pa, den smid, of ma, de baker, enga- gements-visites bij de tantes rijden? Verbeeld je, de Conventioneele Haagsche tante Jo Wat zou ze een gezicht trekken Een dochter van een smiddie nog niet eens een behoorlijke révérence kon maken L'idée seule Vrije liefde dan? Maar liefde, liefde, 't was toch geen liefde, wat hij voor haar voelde. Dat eeuwige gezanik ook. Hij kon er doodgewoon niet tegen, 't WTas een scharrelpartijtje hoor, een heel eenvoudig, onnoozel scharrelpartijtje en daarmee uit. Hij kocht wat meis- jeszoenen voor een glaasje kwast of maderavoila En weer trof hem z'n schrille sarcasme. Was hij dan inderdaad al zoo'n lammeling geworden, zoo'n intense lammeling Och't gaf immers niets of je nu al met je kop in de branding ging staanze beukte je toch murw en de hersens vlogen er uit. In theorie waren al die praatjes heel mooi, heel lief, heel ge voelig, maar de praktijk. Realiteit, realiteit da's eerst je ware, 't eenigste waar je volmaakt op aan kunt, dat je niet met een narrenkap om je ooren slaat. En daaromlaisser fairelaisser passer Hij sloot het venster. Een nachtvlinder gonsde naar binnen, fladderde haastig naar de lamp, zig-zagde wat heen en weer, trok z'n cirkeltjes al enger en enger, brandde z'n vleugels, scharrelde nog wat heen en weer, bleef toen stil liggen: dood.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1907 | | pagina 284