87 «Hans, we moesten 't uitmaken, 't Geeft toch niks. Er komt alleen maar narigheid van." Hij zweeg. Even klonk weer de geheime stem. Uitmaken Ja «Hans «Ja «Zeg eens wat", klonk 't fluisterend, zenuwachtig. «Uitmaken?" 'tWoord klonk langgerekt, hij voelde er de beteekenis niet van. 't Leek hem nu opeens zoo dom, zoo koud, zoo totaal onbekend. «Uitmaken «Ja Toen kon ie weer spreken. Hij dacht niet na, sprak willoos de woorden, 't Was alsof een ander ze hem voorzeide, hij was er zichzelf niet bewust van. «Wou je alles uitmaken kindje Och't is misschien wel 't verstandigst, 't beste. Want wat wil ik van je? Ik weet het zelf niet, ik snap het niet, m'n God, ik kan er niet bij. 't Lijkt me allemaal zoo vreemd, zoo gek. Uitmaken? Goed kindje, goed. Want zie je, ik ben toch geen ploertik ben niet zoo'n schoft als ze denken". Ze snikte even. «Nee Hans, dat ben je niet!" «Och, schatje, dat weet je niet, heusch dat kun je nog zoo allemaal niet begrijpen. Je bent er veel te jong voor. Je voelt nog te veel. Gevoelig zijn is niet goed. Ik was het vroeger ook. Veel te veel zelfs. Nu is dat al over, al lang. Gesleten, vanzelf afgesleten". Hij hield even op. Z'n wandelstok klikte met korte stootjes op 't plaveisel, kort, afgemeten, militair.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1907 | | pagina 287