WATERLOO.
Leur bouche, d'un seul cri, dit: vive l'Empereur
Puis a pas lentsmusique en têtesans fureur,
Tranquillesouriant a la mitraille anglaise,
La garde impériale entra dans la fournaise.
De dag van Waterloo liep ten einde, nog
zweefde de geest van Napoleon over het wijde slag
veld, waar Europa's lot werd uitgevochten, nog straalde
Frankrijks gouden eerezon rondom den tricolore.
De dag liep ten einde en toen langzaam
langzaam ging die gouden zon zinken in haar bloedrood
graf. Want gindsvan de kant van Wavrenaderde
Blücher en dertig duizend Pruisen begonnen zwaar te
drukken tegen de zijde van den Franschen kolos.
Nog stond hij hoog, schitterend in de helle zonne
stralen, uitdagend en fier, zooals hij heel zijn jong
en roemrijk leven gestaan had, alleen met z'n kleinen
keizer tegen een volkendrom.
Nog wankelde hij nietmaar
En toen wenkte de kleine, grijze man, waarin
alleen de bliksemoogen leefden, Ney, den dapperste
van het dapperste leger en legde Frankrijks lot in
de handen van z'n maarschalk en van z'n oude garde.
Als een dreigende drombewegingloos als stand
beelden stond zij achter haar petit corporal. Bijna