421
In heilige bewaring gaf; een ander,
In wier rein gemoed te stikken dreigt, wat
Tot de schoonste vrucht zal kiemen,
Zoo lang Oom Franck nog over u kan waken
Niet langer zal hier meer verborgen blijven,
Wat schuldig reeds, onuitgesproken bleef.
Nelly.
Ja, zeg maar ronduit wat u tegen Albert
Heeft, dan langer nog geheime wrok hem
Toe te dragen.
Oom Franck
Luister, Nelly, deze
Onzaal'ge liefde is de bron van alle kwaad.
Albert van Dal, student, zou 'n eerlijk,
Edel man
Nelly.
Oom Franck, hij is een eerlijk man.
Oom Franck met klimmende drift).
Zou 'n eerlijk mangelijk zoo velen
Zijn, zoo hij niet leefde in deze tijden,
In dezen tijd van oneer, schande, laagheid,
Ongodsdienstigheid, van laffe vrees voor 't
Levenwaar het goede en 't ed'le wordt gedood
Waar in het schoonste naar het vuile wordt
Gezocht en vuilheid als het schoonste geldt,
Waar laf gespot wordt met traditie en