m Schor gejouwd o'er 't heiligste der vaad'ren. Waarin het wachtwoord luidt: Geen God! En men Om God roept, als het noodlot ons verplet! Nelly. Oom Franckom Gods Oom Franck. Zwijg, ongelukkige! Ik vraag geen lasterstaving van mijn Woorden. Daar bestaat geen God meer voor wie Eenmaal hem geloochend hebben Nelly (wie deze ivoorden een kreet ontlokken Ah, u wist! Oom Franck. Ik wist 'tmaar wilde 't niet gelooven nog. 't Geloof der vaderen verzaakt uit liefde Uit liefde! Ha, wel zijn de tijden zeer Veranderd. Dat deèd men vroeger niet, freule. Dan was het juist, dat jongeling en meisje Dankbaar hoofd en knie ter neder bogen Nóg meer voelend Zijn bestaan (uitbarstend) Vervloekt, vervloekt, En zoo de minnaar 't meisje onteerde thans Dan heette 't nóg uit liefde (Nelly verbleekt plotseling op deze woorden en tracht vruchteloos zich zelve te beheerschen. Zij barst in snikken uit en werpt zich, haar handen voor 't gelaat, op den sofa neer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1907 | | pagina 322