m
Albert.
Niet op bevel
Van u, dat ik het melden zal; uit vrijen
Wil, let wèl! Gekomen is de omkeer,
Die met macht'gen schok in mij omverwerpt,
Wat de dwaling bouwde in een leven
Vol twijfel, smart en hoop'loos smachten naar
Wat liefderein gelukdat ik door u
Niet vondgij ouderennoch bij hetgeen
Voor u bestaat als hechte grondslag van
Het goede en reine. Ongeleid door u
Ging ik een eigen gang door 't leven en
Heb niet geschroomd te schenden wat voor u
Zoo heilig is. Ik voel nu, dat zich de
Natuur niét looch'nen kan. Wij zijn niets anders
Dan de kind'ren onzer ouders. En dit weet 'k
Sinds dien dank van u, zoo roerend, innig, waar,
Voor het behoud van iets, dat niet geschonden.
Te vroeg gedankt, mijn arme, oude man,
Voor de Natuur, voor God is zij mijn gade!
France Edeling als in ij ling).
Daar is het stinkend spook van de besmetting!
Mijn God, zoolang geleefd alleen om deze
Smart te lijden Moest dit grijze haar op 't hoofd
Vergrijzen slechts om binnen kort meineedig
Voor den vader van het toevertrouwde
Kind te treden
Haellendeling
Hier zal het bloed alleen verwisschen