8
alvorens de laatste hand was gelegd aan het kunstwerk
dat als een indrukwekkend blijk van helden vereering
een plaats zou vinden in het oude Kasteel van Breda.
Den 25cn October 1907 vond de aanbieding plaats. Op
de uitspanningszaal waren de officieren en burger
ambtenaren het Cadettencorps en vertegenwoordigers
van het overige militaire personeel beneden den rang
van officier vereenigd, toen te half twaalf de Generaal
Van Dam van Isselt, begeleid door den Gouverneur
met diens Adjudant en vergezeld van zijn voormaligen
Adjudant, den Kapitein der Artillerie F. L. Roest van
Limburg, den Kapitein van den Generalen Staf
W, E. van Dam van Isselt en den Heer Jan de Quack,
de ontwerper, onder wiens leiding het kunstwerk tot
stand kwambinnentraden.
De omgeving van de gedenkschilderij door een
gordijn aan het oog onttrokken was op eenvoudige
wijze met planten versierd.
Zoodra allen ter plaatse warennam de Gouverneur
het woord en sprak als volgt:
Mijne Heeren, Genoodigden, Officieren en
Burgerambtenarenverbonden aan de Koninklijke
Militaire AcademieCadettenOnderofficieren
en minderen!
Voor eene bijzondere plechtigheid zijn wij heden hier
vereenigd. De Oud-Gouverneur dezer inrichting, de
gepensionneerde Generaal-Majoor Van Dam van Isselt,
doet der Academie de eer aanhaar te bezoeken en
dat wel om eene belofte gestand te doendoor dien
Opperofficier gedaan bij het nederleggen van de functiën
van Gouverneur,