13
op het veld van eer, bijna allen nog vóór hun levenszon
de middaghoogte had bereikt zij hebben hier den
voorrang. Hunne namen zullen hier niet langer vergeten
blijven en hunne daden evenmin. Weldra zult Gij weder
de beste bladen van hun levensboek kunnen opslaan
en zullen zij weder tot U sprekenook nadat zij ge
storven zijn.
Met nieuwe kracht zal hun geest Uwen geest ver
sterken; in Uwe ziel nieuwe bronnen ontsluiten van
hooger plichtsbetrachting, die vóór en bóven alles, die
in de eerste en de laatste plaats, voor den krijgsman
bovenal, moed vereischt in den edelsten en hoogsten
zin van het woord.
Voorwaar, heden ten dage schenkt kennis groote
kracht en kunnen wij de wetenschap evenmin ontberen
als 't zonlicht bij onze dagtaak. Maar wanneer daarbij
de kracht tot handelen ontbreektwanneer in 't aan
gezicht van den dood de physieke en de moreele moed
ontbreken, dan is voor den krijgsman alle kennis en
alle wetenschap als de degen in de lamme hand.
En geloof niet dat een kortstondige opwelling van
het oogenblik de ware moed is. Zeker, een daad van
onversaagdheid, van onverschrokkenheid, somtijds ook
van dapperheidal is ze soms blindja van roekelooze
vermetelheid, ze heeft in de practijk van den oorlog
dikwijls hooge waarde en beteekenis
Maar de vastberaden moed, die met volle bewustheid
de groote, gevaarvolle taak aandurft en onderneemt,
die volhoudt, volhardt en volbrengt, hij spant de kroon.
Die moed is de edelste openbaring van 's menschen
onvernietigbaar levensbeginsel. Die moed door wijsheid
geleid en door trouw geadeldis van hooge geboorte