Guy Briand
55
Geest.
Zoo spreekt het woordhel woord zal bloeien geuren
In uw ziel, vol wondere ontluiking!
Volbreng de daadde daad zal lichten schitt'ren
Voor uw geest, in hemel-vlammen-straling
Geest.
In liefde zoekt het volle hart naar liefde
In trouw vraagt het gemoed om wedertrouw
In stille wijding bidt de ziel om wijding
Geest.
Almachtig zuigt de smachting aan het smachten,
Er drijft een drift ontstuimig naar bezit,
En onweerstaanb're trekking trekt in-één
De drangen naar 't vereenigd zijn
Ben jong, en in bloei en hoog fier in mijn krachten,
En schrijd door het leven mijn vorst'lijken gang!
'k Ben de Meester van 't Woord, en zijn héér-lijke
[machten
Ik voer ze ten zege bij zonnelicht-zang
Ik heb ze geordend in roerlooze standing,
En tooverbevang van mijn flikk'renden wil!
Zij zijn op mijn tochten de dav'rende horden,
Die ik vlammende sla van hoogmachtigen geest
Tuim'lend verschiet van flitsende glansen
Mijn wezen in rust, onwankel in eeuwigen wankel
Mijn wezen in rusten werelden in rijzing
Mijn wezen in rust, en werelden in storting!