04 Te zijn in de diepte der zeeën Er is geen Kwaad Er is geen Goed Er is het Zijn! Het Rijk der Waarheid is: Gij allen trekkend langs uw pad Des hemels bliksem slaat neder, En velt een mensch Spreekt gij het oordeel? Nimmer Gij ziéten verder gaat uw tocht Ik zegge u: Slechts om des menschen kleinheid, Ileerscht Goed en Kwaad En zoo daar is gezegd: Hebt uwen naasten lief Gelijk u zeiven Ik spreek het woord Gaat van uw naasten wêg, En zwijgend draagt Den last van smarten Om het bestaan zijns zijns! Gesproken werd: Onkuischheid is bedreven Zoo gij een vrouw onkuisch reeds aanziet. Ik zegge u: Zoo aan u treedt een vrouw voorbij En in haar oogen is Een heilig, klaar verstaan met u, Weest één met haar, Want gróót zal zijn De vrucht van zulke min!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1908 | | pagina 240