66
Het lokt en het wenkt in het duister
Het lokt er zoo nameloos wee!
Het lokt en het wenkt in het duister
O wilt dan gij Liefje niet mee?
Stil stijgen d'aromen al-ronde
Van rozen en witte jasmijn,
En anjers, geraniums, blonde
In glanzigen zomernacht-schijn
Het wil ons zoo bange omvangen
In liefde, in huiv'rende lust!
Het wil ons zoo lokkend omprangen
In lóórend bedwelmende lust
0 wilt gij niet komen en hangen
Om toover en lokkende pijn
0 wilt gij niet komenverlangen
Naar liefde en juichende pijn?
Het lokt en het wenkt in het duister
Het lokt er wildnameloos wee
Het lokt en het wenkt in het duister
O wilt dan gij Liefje niet mee?
Echo.
O Ruste, Ruste voor eeuwig
In 't roerloos, verweeënd omprangen!
O Ruste, Ruste voor eeuwig
In 't moede, verloren verlangen!