70 Maatje schoof de gordijnen weg en stak haar armen uit. »Kom dan, m'n ventje, kom dan maar bij maatje". Nog vlugger trappelden de rose, bloote beentjes en kleine vuistjes sloegen links en rechts. Maatje nam den kleinen kerel uit z'n bedje en tilde hem hoog boven haar hoofd. «En wat zegt m'n kleine kereltje dan? Nou,joggie, wat zou baby ook weer zeggen?" Vroolijker gingen de handjes en het dikke lichaampje wierp zich telkens, als in een prettigen schaterbui, in een dol klein kinder pleziertje achterover. «Aatje, aatje," juichte ie. «Nee, niet «aatje", baby! Wat heeft maatje hem nu geleerd? «Paatje moet ie zeggen, paatje, hè?" En ze legde een sterken nadruk op dien eersten letter. De kleine man keek heel ernstig. Dat was voor hem nog zoo'n erg moeilijk iets. En hij keek maar naar z'n moeder met z'n leuke, heldere oogjes. Toen trappelden de voetjes weer ongeduldig en juichte hij weer helder z'n klanken door de kamer, waarin nu niets looms meer was, maar waar één enkele gouden zonneschijn tot in de hoeken tintelde. «Hè nu, baby!, nou is m'n ventje heelemaal niet knap meer! Toe i'oggie, wat moet baby nu ook weer zeggen? Paatje, he; paatje!" En weer werd Baby ernstig en probeerden de kleine lipjes lang dat erg lastige. Tot het eindelijk, wel stamelend en onzeker, maar toch heel goed ver staanbaar, kwam: «Paatje, paatje!"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1908 | | pagina 246