79 best voormaar je moet leeren dragen en sterk worden." En dan voel je, dat er toch nog zooveel te danken overblijft, je denkt aan kleine, halfvergeten dingen, die mooi waren en altijd een troost kannen blijven. En het weemoedig-dankbare, dat toch zoo schrijnen kan en tranen in je oogen brengt, dat is je gebed. Zoo heb ik me altijd Windekinds bidden voorgesteld Zwijgend liepen ze nu naast elkaar onder de fluis terende berkestammetjes tot aan de eerste huisjes van het dorp. Toen stond hij stil. «Ik weet niet, of ik u ooit zal terugzien, juffrouw Brede, maar ik hoop, dat, als u daarginds aan de zee die wondere lijn weer zien zultdat u er dan aan denken wilt, dat ook hier iemand bidt. En dat er ook in zoo'n uur wel eens dingen in je komen, die je zoudt willen vragendie je je wenscht boven alles, waar je gek en wanhopend onder wordt, omdat ze zoo ver en eeuwig onbereikbaar zijn. Dat op zoo'n avond een armonbegrepen hart zoo nameloos zeer doet, en toch juist daarin z'n eenigen troost vindt." Hij zette z'n hoed op, stak haar z'n hand toe, die haar koud en ongevoelig leek en wandelde langzaam het nauwe paadje in naar z'n kleine kamer. Den volgenden morgen speelde de zon op al de roode en grauwe daken van 't dorpjelachte in 't koperen haantje van den kleinen toren en stoeide met de bladers van den grooten kastanje. Haar koffers waren gepakt, ze had afscheid genomen van de boerenmenschenbij wie ze deze weken had

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1908 | | pagina 255