HEIDEPRINSESJE. Een Sprookje »Hoe ligt de stille heide daar, Gelijk een bloeiend graf Hopeloos donkerbruin was de golvende vlakte. Een paar groene plekken dennenboseh: stille en peinzende dennende takken vragend naar den hemel geheven lagen vergeten in de bruine hei. Midden in die oneindige wijdte woonden de heiboeren eenzame menschenstil en peinzend als de dennen in ongewetenonuitgesproken verlangens. De vergeten menschen van de donkerbruine hei! Enkele grauwe huisjes van plaggen en ruwe stammen hadden ze ge bouwd om in te wonen met hun grijs-witte schapen. En het was er zoo stil en zoo zwijgend op de bruine, bruine vlakte, die geen grenzen had In hun midden woonde heideprinsesjehet bleeke, slanke kind der hei. Heel alleen leefde ze in 't verste hutje met een paar kleine geitenom den langen lieven heidedag hard te werken met de zwijgende mannen in donkerbruine kleeren. En zwoegde in den harden onvruchtbaren gronddie geen sappen had voor 't jonge,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1908 | | pagina 266