97 III. Ik wil je nemen in m'n armen En kussen op je zachte haar Je moet m'n kille handen warmen. Ik hoor je lieve, luchte lach, Ik wil je kussen Maar buiten treurt de droeve dag- 0 lief, 't is of m'n arme leven Nu stil vervloeit Ik voel je kleine handjes beven Ik wil je nemen in m'n armen En kussen op je zachte haar Je moet m'n kille handen warmen. IV. Nu staan de hoornen allemaal In 't trieste weer te treuren, De regen druipt zoo druil'rig neer, De hoornen treuren treuren En van de takken glijden af De trage regendroppen, Om in het vale bladergraf Zich te verstoppen. 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1908 | | pagina 273