ALLEEN.
Carmen Sylva.
Als men door een groot verdriet wordt
gefolterd, ziet men zijne medemenschen
op een verren afstand als in een on
eindige arena. Zelfs de stemmen schijnen
van verre tot ons te komen.
Heel lang bleef hij nastaren den treindie kleiner en
kleiner werd en ten laatste verflauwde in het blauw
verschiet
Toen ging hij weg; nog turend in de leege verte,
waar de trein verdween alles meevoerendewat hem
lief was. Tranen sprongen in zijn oogenz'n vuisten
balden zich.
Waarom moest dit gebeurenwaaromo
God, waarom moest zij weggaan? Weg!
Wat nu!
Ronddolende liet hij nog eens voor den zooveelsten maal
al die dagen in gedachten voorbij gaandie dagen
waarop zij samen geweest waren.
Vele keeren herhaalde hij de woordendie zij zoo
dikwijls had gesproken en ten laatste dat afscheids
woord: »Een jaar is gauw voorbij, dan zullen we
elkaar weerzien!"