102 Een jaar gauw voorbij een jaar Neen onzin onmogelijk Een jaar van verlangen gaat niet gauw voorbij Hij voelde 't! Heel, heel lang zou 't duren en dan eindelijk maar ochdat eindelijk was nog zoo ver, zoo vrééselijk ver. Toen stond hij stil op de plaats, waar hij haar de groote vraag gedaan had. Verlegen had hij het gezegd schuchter van onzekerheid. Zij was zoo mooi, zoo zacht en hij voelde voor haar als voor een hooger wezen. Als bij intuïtie wist hij, dat 't niet zijn kon. En toen hij gesproken hadwas zij vlak voor hem gaan staan, met haar handjes op zijn schouders, en had toen kalm en lief tot hem gezegddat ze nooit had gewetendat hij zóóveel van haar hield. Ze gaf heelheel veel om hemdat had ze immers al zoo lang gedaan; dat wist hij ook wel. Maar zijn vrouw worden, dat zou nooit kunnen zijn! Zij wees hem op zoo veel dingen, die hij in zijn groote liefde voor haar niet had opgemerkten die maaktendat ze moesten blijven voor elkaar, wat ze waren. Toen had ze hem gekust en gezegd altijd zijn vriendin te zullen blijven, zooals zij dat tot nu toe voor hem geweest was. Hij zeide niets, berustte hij had 't antwoord immers geweten en tóch had hij gevraagd Samen waren ze weggegaan. Nooit was een van beiden er op teruggekomen. Hij voelde, dat zij gelijk had. Hun liefde moest vriendschap zijn. Heilige, reine vriendschap; die haar maakte zijn ideaal.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1908 | | pagina 278