Ik wilde je wel geven een Meibouquet
Van Vooglenmelk en Seringen.
En Viooltjes met blauw van Lentelucht
En nog héél véél voorjaars-dingen.
Maar ach, ik moet dan ontwijden bloemengeheimen
Ik moet dan breken ranke steng'len
Dus Kind van Denken
Wil nemen Gedachte-bloemen
En laat mij, te midden der Mei-vreugde,
Zacht je zoeten naam noemen.
N.