Spook'ge maneglansen
Dwalen op de vliet
Luchte meergodinnen
Suizen door liet riet.
Donk're boomenkruinen
Fluister'n lisp'lend zacht
Met het ruischend koeltje
Somber is de nacht
D'eenzame tracht t'omvatten
Mysteries van groote Natuur
Zwartsehaduw'ge voog'len
Ontrusten het nachtelijk uur.
Meergodinnen suiz'len
Verleid'lijk om hem rond
Sleepen zacht hem mede
Kussen zoet zijn mond.
O Godeens heb ik veel verwacht
Van 's levens wufte schittering,
Die ik nu diep veracht.