VOORBIJ
Eens kon het windeke fluist'ren
Zoo lieflijk lisp'lend en zacht
En bracht er dan geuren mede
Uit den stillen held'ren nacht.
De sterren flonkerden teeder
En knikten blijmoedig meteen,
De maan goot haar zilveren stralen
Over het slapende landschap heen.
Toen kon ik er uren droomen
En denken aan haar alleen,
Totdat mij heel de wereld
Een tooverlandschap scheen.
liet windeke zwijgt er nu immer:
Bedekt is door wolken de maan
Verdwenen de zachte geuren
Want liefde is heengegaan.
Fresco.