Ik zing voor je venster een liedje, Bij het zacht klagen van ruischenden wind, Een lied dat zoovelen reeds maakten Voor 't meisje, zoo vurig bemind. Een lied dat er spreekt van verlangen, Een lied, dat vol weemoed kan zijn, Een lied, dat er spreekt van 't meisje, Bemind met een liefde zoo rein. Ik had het nog nimmer gezongen, Want liefde kende ik nog niet! Maar nu ik jou eenmaal gezien heb, Ruischt weemoedig verlangend mijn lied. Fresco.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1908 | | pagina 293