138
Groot verlof.
Jongens, mij heugt, dat ik scharrelde als gij.
Bogaers, de Schaatsenrijder.
Afslag eigen oefening.
Ontwaakt, ontwaakt, wie slaapt en droomt.
TollensZomerochtendliedje.
Slaapzaal op Zaterdag-avond.
Schoon 'trustuur was geslagen,
Voor den kleinen zwakken knaap
Bleven de oogen vrij van slaap.
Prentjes kijken Schimmel.
Soldatenschool jongste jaar.
Ceci ne va pas mal.
Fabel: Bilderdijk.
Uitrukkend Muziekcorps.
Daar zijn zoo dagen dat muziek
Van innig blijde en dierbre stemmen
U streelt als met een donzen wiek
Van vreemd bekorenvreemd beklemmen.
Voorgevoel: Penning..
i