LXXXIX het eerst sinds de oprichting, onder het opschrift «Leden der A. G. S. V.", kon worden geplaatst: «Alle Cadetten der K. M. A." Ik weet, Berenschot, dat je niet houdt van veel ophef. Eenvoudig dus, maar daarom niet minder op recht gemeend, breng ik je namens het tegenwoordig bestuur en namens allendie je hier wisten te waar- deerenonzen warmen dank voor hetgeen jij als president der «Algemeene" voor den bloei onzer ver- eeniging hebt tot stand gebracht. Wij konden niet nalaten onze gevoelens, zoowel jegens je persoon, als jegens je tact van optredenin bepaalde vormen te gieten en boden je daarom het eerelidmaatschap onzer vereeniging aan. Wij weten hoe jij dit eere lidmaatschap beschouwt en danken jedat je het wel hebt willen aanvaarden. Wat de gymnastiek betreft, zoo kregen wij uit Alkmaar flinke werkers, die flink geoefend hebben; van de H. B. S. slechts enkelen. Ik zag het verleden jaar en nu zie ik het weer, hoe langzamerhand de opkomst geringer wordt van verscheidenendie in den aanvang steeds present waren. Bit noem ik een droevig verschijnsel. Laten wij toch steeds indachtig zijn, hoeveel nut wija. s. officierenkunnen trekken van een goed ontwikkeld lichaamdat aan onzen wil is onderworpen en dat berekend is voor de zware taak die ons in tijden van oorlog wacht. Ik weet wel dat het in de Cantine lekker warm is, en dat na een dag van «veel werken" een mensch verlangt naar een rustig oogenblikjemaar laten wij er toch in de eerste plaats aan denker. den tijd niet te verwaarloozen die ons geschonken wordt om het lichaam krachtig te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1908 | | pagina 95