XCI
Op schermgebied hebben wij alle redenen om met
trots terug te denken aan bet afgeloopen vereenigings-
jaar. Aan het onderling concours, dat de wedstrijden
te Den Haag voorafging, werd door velen deelgenomen.
Er werd een hardnekkigen strijd gestredendie velen
onzer naar de Schermzaal lokte. Een zestal Cadetten
traden ten slotte uit dit voor-concours als overwinnaars
te voorschijn. Zij werden aangewezen om in de
Residentie de eer van hun korps hoog te houden en zij
hebben zich op uitstekende wijze van hunne taak
gekweten. Den eersten dag der wedstrijden bereikte ons
reeds de blijde tijding, dat Schoemaker en Giel res
pectievelijk den eersten en tweeden prijs op Floret
hadden behaald. Den volgenden dag stonden er ver-
scheidenen voor de binnenpoort in spanning te wachten
op het telegramdat eindelijk ons het tweede succes-
bericht bracht. «Fuchter eerste, Giel tweede prijs
Geweer", ging het van mond tot mond en luide hoera s
weerklonken in de eetzaal toen deze uitslag door den
President van den Senaat werd voorgelezen. Doch hier
mede was het nog niet afgeloopenden volgenden dag
vernamen wij onder daverende jubelkretendat
Schoemaker en De Bock respectievelijk den eersten en
tweeden prijs op Sabel hadden bevochten. Wel mochten
wij tevreden zijn, waar wij op zoo meesterlijke wijze,
in den letterlijken zin van het woord, vertegenwoordigd
werden. Hulde aan de overwinnaars!
En thans, alvorens mijn verslag te eindigen nog een
woord van dank aan onzen beschermheer, den lsten
Luitenant A. Dudok van Heel, voor de blijken zijner
sympathie jegens de Algemeene Gymnastiek- en Scherm-