Voorwoord van de Redactie.
Er is een tijd geweest, dat de Almanak gelezen
werd in een afgelegen hoekje door een enkelen bevoor
rechte, die in staat was om de smeltende liedekens
en ver-reikende gedachtetjes van nog hooger bevoor
rechten te doorproeven, die de wonderlijke gave bezat,
z'n oogen en z'n hart te draaien in de geheime rich
ting, waar volledig en zuiver het kwinkeleeren van
den militairen kwartel te genieten was.
Er is een tijd geweestdat een sentimenteelmaan
ziek bakvischje 's avonds bij haar rozerood schemer
lampje, molligjes gevleid in een behagelijk-zachte-cau-
seuse, den Almanak in haar kleine handjes hield en
met half-toegeknepen droomerige oogen in haar hartje
samendacht de wondere gestalte van den wonderen
dichter, die op het zoet-glanzende almanak-blaadje z'n
zuchten en z'n tranen, heel z'n stille droefgeestigheid
en poëtische onbeholpenheid uitzong.
Er is een tijd geweest, dat liefhebbende moeders
op haar kransjes den Almanak meebrachten en dan
voorlazen, in een kring van glinsterende, glimmende
moederoogen, hoe aardig haar Jantje en Pietje en
Cornelisje gerijmd had hoe mooi hij dat alles, zoo maar
uit z'n hoofd en zonder taalfouten neerschreefover de
lente en de droefheid, de rozen en de plicht en hoe
datzelfde Jantje en Pietje en Cornelisje vroeger ook al