en voortdurende belangstelling in het lot dier Inrich
ting, grooten dank verschuldigd zijn.
Bij het aanvaarden van den officiersrang belooft of
zweert gij «trouw aan de Koningin", de draagster van
het hoogste gezag, een trouw, die tot in den dood
kan worden geëischtzooals dat gedaan werd o. a.
aan onze kameradenhier in deze 80 jaren opgeleid
wier namen op gindsche gedenkschilderij voorkomen
en die wij op dezen dag een eeresaluut brengen. Het
strekt U tot eer dat Uw eerste werk is geweest op
dezen feestdag, een krans te leggen aan den voet
van dat monument.
Opdat het beeld van de Vorstindie wij dienen
van jongs af aan, diep in de harten worde gegrift
van de jongeren, die hier hunne militaire opleiding
ontvangenheb ik gewild dat een goed afbeeldsel van
H. M. de Koningin, hier, in deze voormalige feestzaal
der Oranjes, in waardigen vorm een plaats zoude be
komen te midden van de portretten van de overige
Vorsten uit het Oranjehuis.
Het is mij een groote voldoening en vreugde deze
beeltenis te kunnen aanbieden en in bezit overdragen
aan de Koninklijke Militaire Academieop den her
denkingsdag van haar 80jarig bestaan.
Na het uitspreken van deze rede werd een gordijn
weggenomenhetwelk tot dusverre eene groote schil
derij aan het oog onttrok.
Voor allen werd thans het levensgroote portret Van
H. M. de Koningin zichtbaar en eenige oogenblikken
lang heerschte een plechtige stilte.