28
der Academie en hunne dames, voor de uitnoodiging
tot hen gericht en voor het genoegen hun met dezen
feestavond bereid. Gelijken dank breng ik het Corps
namens de Autoriteiten tot wie het Academiebestuur
daartoe aangezocht door den Senaat van het Corps,
eene uitnoodiging richtte. Ik vermeen mij niet aan
overdrijving schuldig te maken, wanneer ik zeg dat
de uitvoering van alle nummers zeer verdienstelijk is
geweest en blijk geeft, dat in onze aanstaande officieren
een flinke, opgewekte, pittige geest woont, die mij de
toekomst met gerustheid doet tegemoet zien.
Ik spreek zeker uit U aller naam, wanneer ik zeg:
Onze beste wenschen voor den bloei van het Cadetten-
corps
Als de juichkretenna het uitspreken der woorden
van den Gouverneur zijn verstomd, betreedt de Heer
J. G. Rueb Sr. het tooneel om namens de Bredasche
burgerij sympathie en dank te betuigen aan het Ca-
dettenkorps. Hij geeft hoog op van de prestaties van
den avond en eindigt zijn welgemeende rede met een
«Heil, driemaal heil de Militaire Academie".
Thans ontstaat drukte en beweging in de zaal, men
loopt, praat en lacht, en intusschen wordt handig,
de feestzaal in een balzaal omgetooverd. In vele
keurige toiletjes bewegen zich de dames en jonge
meisjes in foyer en zaalwaar zelfs de 80ste extra
besproken wordt. Eindelijk neemt de Polonaise een
aanvang en lossen zich de paren op in de eerste wals.
Het is echter te druk, te vol, later wordt het beter,
na het souper eerst recht aantrekkelijk.