33 De tweede dag. Ja, we droomden Er zweefden heel luch- tigjes-licht over de kale slaapzalen lieve vage vrouwen gestalten we hoorden zachte stemmen en teere woorden we snuffelden nog zoeten geur van rose souper-bouquet- ten en innige parfums, we wiegden nog altoos voort in de warme, weeke glijding van de Tentatrice, we voelden den prikkel van schuimende champagne waarom moest toen zoo'n nuchtere tamboer dat alles weer weg blazen met een schetterende reveille Enfin, we zijn opgestaan, we hébben ons aange kleed, we hébben zelfs geprobeerd om te ontbijten, ondanks een kinderachtigen smaak in den mond, maar vraag niet hoé! Toch stonden we om 10 uur allen aangetreden, every inch a gentlemanen richtten ons rechts en linksdat het een lust was om te zienen of we daar voor een aller-amusantste wandeling op stap gingen. We ontvingen ons vaandel in ons midden de Gouverneur plaatste zich aan het hoofd, Palache zwaaide, bij gebreke aan een deugdelijken dirigeerstok krijgshaftig z'n vuist, de muzikanten bliezen hun in strumenten boordevolwe gingen de burgerij van de oude bisschopsstad onze militaire sympathie be tuigen. Neeik wil niet klappen uit de school en weer op nieuw vertellen van dat ondeugende enfant de Bohème dat ook nu zelfs rond ons bleef huppelen er ver schenen achter zoo menig gordijnkiertje een paar lachende, blonde of blauwe oogen en er lonkten dan juist toevallig ook telkens een paar smachtende jonker- 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 199