RIJLES. Rustig draafden de paarden weer langs den hoefslag alsof er geen groot-verlof was geweesten de jonkers hotsten en botsten weer op en neer met roode hoofden en ze zwaaiden met de armenen rolden met de beenenen bogen met de bovenlijvenal naar de ge biedende geest, in het midden der manege, hen dat aangaf. Maar menigeen merkte maar al te goed, dat er wèl een groot verlof was geweest, en het »in één sprong af- en opspringen" zou een oningewijde een raar idee hebben gegeven van „één sprong". Maar hoe stijf ze ook waren, en hoe pijnlijk sommigen dat eerste lesje weer was, ze deden hun best. Alleen, daar achter aan de colonne, daar reed een jonker, die het zich niet al te druk maakte. Spora disch bewoog zich een arm of een been in slingering en de oogen van 't jonge mensch staarden zóó strak over 't hoofd van zijn paard, dat zelfs de goed-ge- loovigste zou twijfelen of hij er wel bij" was: heel andere dingen, dan het «draaien uit het enkel-ge wricht" schenen zijn denken in beslag te nemen. »In stap overgaan" klonk het uit het midden en onze achterrijder slaakte een zucht van verlichting; nu kon hij zich rustig aan zijn heerlijke gedachten 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 215