55 schouwd: hoe moet het gejuicht en gejubeld hebben in z'n trotsche hart, toen hij den grooten keizer uit het ongenaakbaarste, oudste en edelste vorstenhuis aan z'n voeten zag en de hand kon uitstrekken naar een prinses van zoo edelen bloede, die hij de zijne wilde noemen, niet uit liefde, maar uit onbedwingbaren haat tegen het oude, aristocratische, dat nooit het zijne worden zou, niet uit roemzucht, maar als een offer voor zijn ijdel, woest hartwant alles hadden de wereld en het lot hem geboden, geen zijner be geerten was te grootsch voor een vervullingen toch, dat ééne was niet te verpletteren door wil en energie en kracht en genie en stroomen menschen- bloedde diepe, verachtende trots van de koningen en keizers bij de gratie Gods En waar die ééne, wilde wensch nooit werkelijkheid kon worden, daar gaf hij zijn Corsicaansche haat en woede voldoeninghij trof hen op de teerste en gevoeligste plaatsthij eischte hun kind en hun bloed en voerde 't zegevierend mee in z'n knellende heerschers-armen En tochhoe wreed heeft hij dien woesten wensch geboethoe droevig heeft het lot zich gewrokenhet lot, dat hem troetelde en liefkoosde in zijn zachte armen om hem plotseling weg te werpenneer te kwakken in een ellende zóó diep en zóó troosteloos, dat hij z'n wil en kracht en al z'n droomen in stukken moest breken tusschen z'n eigen witte handen Dat was de zwarte draad, die gleed en kroop door z'n leven. En toen hij de Habsburgsche prinses als een heerlijke verovering meevoerendez'n glorie-intocht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 221