In 'tdonk're hoekje van den stillen tuin In 't donk're hoekje van den stillen tuin. De gladde beuk ritselt er fijn Een oud, héél, héél oud liedekijn Van een prinsesjeeen prinsesje klein. iMet haar gouden haar Ging ze door de wijde lentelaan Ze wist, haar Lief zou staan, Waar de ranke berken wuifden Om haar te zien had hij geleden Honger en koudeen de wijze maan Had vele nachten zijn moede gelaat beschenen. N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 226