73 je gerust hoor, ik ben niet bang voor m'n geluk, ik weet het te zeker en te mooi!" «Geluk is nooit zeker en..." »Han, als ik je bidden mag, spaar me je beschou wingen Ik voel me niet wijsgeerig en ernstig genoeg om nu met je over al die betrekkelijkheden te twisten! Die kunnen me nu alleen m'n avond bederven en als je dat wilt «Och nee, maar je bent veranderdje bent niet meer de oude! »Zoo, maar dan vergis je je toch! Alleen, ik ben nu gelukkig!" Even ging z'n hand verstrooid over z'n voorhoofd We hebben vroeger zoo dikwijls over 't geluk gesproken." «Alsof we dat nu niet nog doen!" «Jawel, maar 't was vroeger heel anders! En... och, ik vergis me misschien ook wel!" «Tenminste begrijpen doe ik je niet van-avond!" Hij richtte z'n hoofd op en in z'n oogen was een zacht verwijt, toen ze de hare zochten, die zieh af wendden. «Dolly, waarom verberg je je ziel voor me? Dacht je heusch, dat ik er niet meer in lezen kan, nu een ander je gedachten heeft? Dacht je, dat ik niet wist, dat je zooeven met mij gedacht hebt aan dezelfde dingen, dat de oude dingen in je terug gekomen zijn: de vroegere idealendie wij als kinderen droomden en samen opbouwden De idealen van een liefde zoo groot en zoo sterk en. zoo mooi? En dacht je, dat ik je ziel niet heb zien vveenen?"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 239