75
«Hallo, waar zitten jullie? Dolly! geef eens ant
woord!"
Hij keek op en zag haar oogen gloeien en leven
en hij boog z'n hoofd en volgde langzaam haar vlugge
voetendie vooruitsnelden haar jongen tegemoet.
Hij had hen thuis gebrachtzij vroolijkluchtig-
babbelend aan den arm van haar jongendie een
prettig liedje voor haar floot. Jahij was mooi en
aantrekkelijkhij was wel een man voor haar artistiek,
gevoelig zieltje als hij geen jongen was geweest.
Maar ze noemden hem immers zelf zoohaar jongen
En was die jongensziel groot genoeg om de hare
te kunnen omvatten?
Hij zuchtte evendanplotseling schoot een
oud liedje door z'n zinnen en op de maat daarvan
ging hij verder: hij wou niet meer denken.
God, hij was niet verliefd op haar, hij was zelf
getrouwdjong almet een vrouwdie hij liefhad en
had haar nu toevallig op dit dorpje ontmoet. Toevallig
hij had haar in jaren niet gezien! Maar met haar
waren al z'n jonge herinneringen teruggekomenomdat
zij z'n jongensliefde was geweest, waar hij later over
gelachen had! En samen hadden ze toen dikwijls ge
wandeld en gepraat, over de verre tijden en over
haar jongenHij had het haar niet willen vertellen
maarin zijn hart was zij hem tegengevallennu
ze naast dien man wilde voortleven.
0, hij wist het wel, die had haar aangetrokken
door z'n knappe gezicht en z'n groote, open oogen,
door z'n zwakke, hulpelooze karakter. Zij had hem