11 hij was getrouwd! Oud al naast haar! Maar 'twas alleen om die oude herinneringen, omdat hij haar kende van vroeger, omdat ze hem heel lief was geweest, dat hij ongerust was dat hij haar geluk niet be grijpen kon niet begrijpen wou bij God, dat was geen gelukze bedroog zichze wiegde haar ziel in slaap haar ziel, die hij vroeger zoo lief had Ilij sprong op, greep z'n hoed en liep de straat op, strak voor zich uitstarend en 't siste tusschen z'n tanden: ik wil niet,... ik wil niet." En hij liep door De schemerlamp was aangestoken op de veranda, het gele kapje zoo vertrouwelijk rond het schelle licht. Maar er was niemand. De deuren'stonden wijd open en de avondgeuren hingen tot achter in de kamer. Hij liep de tuin inzachtjes Toen zag hij haar witte gestaltebij 't rozen- boschje. Haar jongen zat aan haar voeten en ze had z'n hoofd tusschen haar handen genomen en keek in z'n oogen... En hij wachtte, de ander,... hij voelde 't, nu moest ze lezennu moest ze begrijpen hij balde z'n vuisten hij boog z'n hoofd naar voren om te zien niets te verliezen - En hij zag, hoe ze 't hoofd van haar jongen in haar arm nam en hoe haar lippen zich drukten op z'n mond hoe hij haar kuste nog eens en haar hoofdje tegen z'n borst legde haar jongen En nog sterker balde hij z'n vuistenhij wou 0hij Dan plotseling draaide hij zich om en zachtjesging hij weg

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 243