2)ennendascd. Zachtkens suist de morgenwind, Ruischend door de donk're pijnen; Zilverglanzend drupt de dauw Langs der naalden scherpe lijnen Onbestemde tinten glijden Stoeiend, speelsch, langs stam en tak, Smachtend, wachtend tot de zonne Neerblikt op het looverdak. Zacht zinkt in zoele zomerlucht De dagster in het westen weder, Ros verguldend in haar vlucht 't Zachte dons van wolken-veder. Dalend in het kleurfestijn Van haar gouden baldakijn, Werpt zij zwarte schaduwvlammen Tusschen 't donk're groen der stammen. 't Is nacht en 't ondoordringbaar duister Heeft het al in diepe rouw gekleed. Doch ziet! Vrouw Luna breekt dien kluister Haar om het ranke lijf gesmeed. En nauw der horizont ontvloden Streelt zacht haar glans den naaldenkroon Mystiek, als voor het oor van goden, Speelt Zephir's harp een hemeltoon. Den Oale.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 244