De brand in de Jonge Jan
In 't afgeloopen jaar is zeker
Veel merkwaardigs gepasseerd
En het meeste er van is dan ook
Hier of daar gememoreerd.
Maar één feitdat bleef verzwegen
Dag van belang voor 't heele land,
Want dien dag, 't was tien October,
Hadden we hier den grooten brand.
't Was heel kalm op Kilacadmon,
Niemand dacht aan 't nad'rend end
Tot op eens, toen men soupeerde,
De brand-uitbraak hier werd bekend;
Maar je hoeft je niet te haasten,
Eet maar kalm, je hebt den tijd,
Eerst om elf uur, dan begint ie,
De luit'nant heeft het zelf gezeid
Toch was men wel wat onrustig,
Stond in groepen op 't binnenplein
Dat wellicht in eenige uren
Niets dan een hoop asch zou zijn.
And'ren liepen rond te snuffelen
Roken hier en keken daar,
Of ze nog geen brandlucht vonden
Of een smeulend peuk sigaar.