8i Daarna wordt appèl gehouden, De uitslag wordt gerapporteerd: Welk een schrik gaat door de menschen Als 't blijkt, dat er één mankeert. Waar toch kan die man wel zitten? Wellicht midden in den brand! En als men 't vuur hoort loeien Grijpt men ontroerd elkanders hand. Plotseling komt één binnenloopen «Waar komt jij zoo laat van daan?" Vraagt dan daad'lijk de kap'tein hem, Bleek van schrik, onthutst, ontdaan. »Wel", zoo antwoordt dan de jonkman, »'t Is mijn schuld niet, kijk eens aan, Ik kon het heusch niet langer houden En ben eerst naar 't privaat gegaan". Een zucht ontsnapt nu aller lippen Iedereen is dus gered, En daar de brand meteen gebluscht is, Verlangen allen hard naar bed. Maar de kap'tein is niet tevreden: Dat is vandaag heel slecht gegaan «Als jullie 't niet wat stiller doen kunt «Steek ik de brand nog weer eens aan." 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 247