85 achter de groote boogramen is een vreemde, heilige schijn van kaarsen, die de kleine gekleurde ruitjes doet gloeien met geel en groen en rood 0, zoo wonderlijk gloeien er die ruitjes! Heilige handen hebben immers de kaarsen ontstoken en zeker knielt er een priester ootmoedig neder op zijn vrome gelaat valt de zachte kaarsenschijn En de gouden sterren aan den hemel flonkeren héél ver, van uit de wijde oneindigheid. Nog lang staar ik naar buitenin den zwarten nacht vlak bij die oude, oude kerk met zijn schitter-gloeiende ruitjes, waar héél ver, o, zoo ontzaggelijk ver de sterren flonkeren. N.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 251