87 Wij weten niets van 't vreemde leven Zijn kind'ren van de zee gebleven Wij weten niets en glijden voort Al ongestoord al ongestoord En kassen zacht de grauwe landen En rusten 's nachts aan vreemde stranden Ga met ons mee ga met ons mee". Toen heb ik met m'n hart gestaan Tot al het land was doodgegaan We hebben samen daar gewacht En doodstil lag de grauwe nacht. En toen de golfjes zijn gekomen Heb ik m'n eigen hart genomen En 't op hun deining neergelegd Toen op de golven wiegde 't mee Wijd in den nacht de donkre zee Onder den druk van donkre luchten En van het strand de golven vluchten En ik hield niets meer dan m'n leven Toen ik m'n hart gaf aan de zee Hans.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 253