89 Adieu dan m'n vrouwtjedaar krijg ik Daar krijg ik wat nats in m'n oog Adieu dan m'n vrouwtjedat wrijf ik Zoo onder het schrijven wel droog. Adieu dan m'n liefste, m'n groeten... M'n groeten ook aan je man Adieu dan m'n liefste... van iemand, Die jou nooit vergeten kan. Vaarwel nu, vaarwel nu, dag kindje, Dag engeldag liefstedag schat Ik wou, dat ik nooit van m'n leven, Jou kusjes gestolen had. C. II. Tout péchó, miséricorde. Wanneer ze sterft in haar zonde, Drukt niemand haar de oogen dicht; Dan komt de zwarte koets haar halen En plooit geen mensch een droef-gezicht. Er zijn geen bloemen en geen kransen, De kist gaat eenzaam naar het graf, En niemand plukt daar als herinn'ring Een blaadje van den treurwilg af. Ze heeft haar leven doorgezongen Een korten, jongen levensdag En als ze las van hel en hemel, Dan schaterde haar dolle lach

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 255