u
schijnen druk, gejaagd, zenuwachtig. Maar die ééne,
kleine man staat doodstil als in een droom.
Tot opeens de heele vlakte levendig wordt in hevig
rumoer en geschreeuw en geknal en gebons en ge
ratel tot overal de zwarte figuren opduiken
eerst enkeledan meeren eindelijk heele massa's
dicht opéén gepakt,tot het zonnegoud glinstert
op wapens en bajonetten en helmen van duizenden
menschen en de witte sneeuw vertrapt en bezoedeld
wordt
In de verte dreunt de grond nader komt
het een gerammel en gekletter van wapens
gesnuif en gehinnik van paarden de blauwe
huzaren draven aan
0de blauwe huzarendieals in een woesten
wervelwind meegesleurd, plotseling in de witte vlakte
staan op hun groote, brieschende paarden, in hun
hemelsblauwe dolmansde zware, breede sabel ge
trokken.
0, die heerlijke, schitterende, hemelsblauwe huzaren.
De halve wereld zijn ze doorgetrokken achter den kleinen
veldheer en hun vroolijke trompetten; ze hebben in
Spanje gevochten tegen de roode Engelsche dragonders,
ze hebben de witte Oostenrijksche kurassiers nagejaagd
en neergesabeld bij Wagram en de donkere Pruisische
lansiers in dollen angst zien vluchten voor hun #vive
TEmpereur" en geweldige sabels
De blauwe huzaren Hoe lachen hun monden
onder de breede, opgestreken knevels van stille
triumfen hoeveel vrouwenharten hebben niet
vlugger, hartstochtelijker geklopt en gesidderd onder
den lachenden blik van hun begeerige oogen.