05
Wie noemt de namen van de donkere Senorita's,
die dronken van liefde en hartstocht in hun armen
lagen onder de donkere oranjeboschjes; van de blonde,
blauwoogige meisjesdie zich tegen hun breeden borst
vleiden en dan koosden van liefde en Sehnsucht en
Schmerz, van de Signora's, die hun roode, warme
lippen drukten op hun zwarten knevel, als de slanke
gondel met onhoorbare riemslagen gleed door het
geheimzinnige donker van een Venetiaansche nacht,
van de omaar wie kan ze noemende groote
en kleine liefdes in het luchtige hart van de blauwe
huzaren
En ze plooien hun dolman zoo sierlijk rond hun
slanke lichaamze laten hun witte pluimen waaien
in den windhun sabels rammelen en kletterenhun
paarden brieschen en steigeren en ze krullen hun
zware snorren boven hun vroolijken lach en
achter de gesloten vensters der huizen kijkt zoo
menig blauw en bruin en zwart oog hen na en klopt
zoo menig klein hart heviger dan ooit, als ze heen
rijden naar nieuwen roem en nieuwe liefde de
blauwe huzaren
Er schalt een krachtig, lang aangehouden commando
over 'twitte veld «Halte!"
En als vijfhonderd stoere standbeelden staan de
blauwe huzaren.
»A droit alig-nement Even, kort, een
geschuifel, een gedruisch, gerinkel »Fixe".
En weer staan ze als beelden.
Kort, helder schetteren de trompetten het
kleine figuurtje van den heuvelrug is nadergereden