96
en staat voor het frontzwijgendstil, de rechterhand
tusschen het witte vest, de linker op den rug en het
hoofd gebogen Maar die oogendie door
dringende, vreeselijke, bliksem-oogen.
Daar is onder die vijfhonderd huzaren niet één,
die z'n hart niet voelt kloppen in z'n keel als die
scherpe oogen in de zijne dringen Geen van
die vijfhonderd heeft in de hevigste charges ook maar
één oogenblik geaarzeld: een blauwe huzaar kan niet
bang zijn maar die oogen
Nog altijd rolt in de verte de donder van 't geschut,
nog altijd knettert en ratelt het geweervuur over de
witte vlakte.
Maar de kleine man wandelt, altijd ernstig en
zwijgendlangs de gelederenlangzaam en oplettend
mannetje voor mannetje monsterend met een enkelen
snellen blik.
Er is geen één huzaar, die beweegt, geen paard
dat zich durft roeren.
En de kleine man wandelt voort.
Tot hij zich voor het front plaatst en koudkalm
onbewogenmaar duidelijk en scherp het einde zegt
«Chargez".
En vijfhonderd breede, glinsterende sabels zwaaien
boven vijfhonderd witgepluimde sjako's en vijfhonderd
forsche stemmen juichen hun »Vive TEmpereur".
Dan gaan de blauwe jiuzaren Eerst draf
tot aan den heuvelrug Daar voor hun ligt
het heele, witte slagveld en wachten de norsche,
woeste Russische grenadiers hun met hun bajonetten
Weer klinkt het commando »Ghargez"