97 En in het donderende gestamp van de paarderi het gerinkel van wapens en kettingen, het juichende »Vive l'Empereur" rijden de blauwe huzaren in de armen van den dood. De kogels der Russen fluiten en gieren over hun hoofdslingeren de groote paarden en de forsche mannen tegen den grond, zij hooren niets, zij zien niets. Nog honderd meter slechts en hun sabels zullen ranselen op die glinsterende bajonetten en die woeste hoofden. En als duivels rennen de paardenspringend steigerend, schuimbekkend van dolle woestheid, en dringen op elkaar en struikelen en vallen. Maar anderen dringen op, struikelen op hun beurt, vallen, worden verpletterd. Ze zien niets, ze hooren niets. Hoog heffen zich hun sabels, breed openen zich hun monden en lacht hun dollen lachhun lijven rekken zichbuigen zich naar voren en hun beenen klemmen en knijpen om de trillende paarden een brullend gejuich en geloei, een woelende massa menschen, die hakken en stooten en slaan en vallen een flikkering van sabels en bajonetten en hoog, als een donder boven dat alles uit, de lange, heerlijke juichtoon: »Vive l'Empereur" Je springt op, verschrikt, wrijft je oogen en terwijl je als in een waas de spotachtige lachjes van je niet- plichtvergeten collega's, die zich geroepen schijnen op deze wijze hun tevredenheid over zichzelf uit te drukken, ziet, hoor je van de binnenplaats nog 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 263