ROZEN.
Le vase, oü meurt cette verveine
Drie rozen in een slanke vaas
En wonderweek van kleuren
Nu, droom'loos in de schemering
De moede kopjes beuren.
Eén is heel vurig, brandend-rood
En vól in 't heerlijk leven
Twee zijn als bruiden, blank en broos,
In zoet gepeins gebleven.
Eén juicht, als 't warme, roode bloed
Klopt in haar bloemebladen
En als haar volle, mooie lijf
Straalt in haar bloemgewaden.
Maar twee zijn banghaar leven gaat
Zoo wonderwel tevreden
De purpTen glans van 't roode bloed
Gloeit nooit door haar gebeden.
BIBLIOTHEEK
NEDFRLANDSCH
LEGERMUSEUM