102 Eén is een jonge liefdesvrouw In brandend-rood verlangen; Twee laten, bleek als nonnekens, De teere kopjes hangen Drie rozen in een slanke vaas Drie wond're vreemde zielen Die ieder voor hun eigen hart En zoet verlangen knielen. Drie rozen in de schemering In 't stille bloemverlangen Wie kent haar kleine bloemverdriet Wat houdt haar hart gevangen? Mahedu.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1909 | | pagina 268